Ephesians 2:19
60) gij dan Namelijk heidenen die in Christus gelooft. 61) niet meer vreemdelingen Namelijk gelijk eertijds. Zie Ef. 2:11,12. Eph 2.11,12 62) medeburgers Namelijk van dit geestelijke Jeruzalem; Gal. 4:26. Ga 4.26 63) huisgenoten Gods; Want Gods gemeente wordt doorgaans Gods huis en tempel genaamd. Zie 2 Cor. 6:16; 1 Tim. 3:15; Hebr. 3:2, enz. Zo staan zij dan onder n hoofd en zorg, en hebben elk hun dienst en deel in dit huis. 2Co 6.16 1Ti 3.15 Heb 3.2
Copyright information for
DutKant