Ephesians 4:14

33) de bedriegerij

Of, ongestadigheid. Grieks, teerling, of, teerlingspel; waardoor de apostel de bedriegerijen of streken van zodanige mensen verstaat, die de discipelen van Christus door dwaling zoeken aan zich te trekken, niet anders dan de tuischers of teerlingspelers, wonderlijke streken en valsheden weten te gebruiken om anderer lieden goed aan zich te brengen, gelijk de volgende woorden ook verklaren.

Copyright information for DutKant