Ephesians 5:23

31) Hij is de

Namelijk Christus. Want van den plicht der mannen zal hierna Ef. 5:25 en vervolgens gesproken worden.

Eph 5.25

32) Behouder des lichaams.

Of, zaligmaker.

Colossians 1:16

34) door Hem zijn

Grieks in Hem; dat is, door Hem als een medewerker des Vaders, gelijk aan het einde van Col. 1:16 verklaard wordt. Zie ook Joh. 1:3, en Joh. 5:19.

Col 1.16 Joh 1.3 5.19

35) tronen, hetzij

Deze namen worden hier den engelen in den hemel gegeven, omdat God hen als koningen, [welken eigenlijk de tronen toekomen] prinsen, overheden en machtigen dikmaals gebruikt in het regeren van landen en koninkrijken, gelijk bij Dani‰l, Zacharias en andere profeten te zien is. Zie ook Ef. 1:21, en Ef. 3:10.

Eph 1.21 3.10

36) tot Hem geschapen;

Dat is, om Zijnentwil, opdat Hij een erfgenaam en Heere zou zijn ook van al dezen. Zie Hebr. 1:2. Of, tot Zijne eer, gelijk tot de eer des Vaders en des Heiligen Geestes. Zie Joh. 5:23; Rom. 11:36.

Heb 1.2 Joh 5.23 Ro 11.36

1 Timothy 5:21

39) deze dingen onderhoudt,

Namelijk die tevoren gezegd zijn, en hierna nog gezegd zullen worden; omdat zij de dienaren der gemeente aangaan gebruikt de apostel hier bij Timotheus een zo hoge betuiging.

40) zonder vooroordeel,

Of zonder dat gij den een hierin meer voordeel doet dan den ander, gelijk het Griekse woord prokrima meest betekent.

41) toegenegenheid.

Of, toeneiging; ene gelijkenis, genomen van de balans of weegschaal, waarin de ene schaal meer uitslaat dan de andere.

Hebrews 12:22

55) den berg Sion,

Dat is, tot de algemene kerk en de ware gemeente van Jezus Christus, waarvan de berg Sion een voorbeeld was. Zie Ps. 2:6; Jes. 2:3, en Jes. 49:14, enz., die terstond ook de stad Gods en het hemels Jeruzalem genoemd wordt, omdat zij van God uit den hemel wordt opgericht, bijzonder geregeerd en verheerlijkt. Zie Openb. 3:12, en Openb. 21:2,10. Zie ook Zach. 2:4, enz.

Ps 2.6 Isa 2.3 49.14 Re 3.12 21.2,10 Zec 2.4

56) de vele duizenden der engelen;

Namelijk die ook dienaars van Christus zijn, en mede-dienstknechten der gelovigen, gelijk de engel spreekt Openb. 19:10, en Openb. 22:9.

Re 19.10 22.9

Revelation of John 22:9

Copyright information for DutKant