Esther 1:14

32) naasten nu

Anders, te weten, tot de naasten bij hem Carsena, enz. Versta, dat deze vorsten naast bij een koning zaten, of dat zij de grootgeachtsten bij den koning waren.

33) zeven vorsten

Ezra 7:14 worden zij genoemd zeven raadsheren des konings.

Ezr 7.14

34) die het aangezicht des konings zagen,

Dat is, die dagelijks bij en omtrent den koning waren; zie de aantekening 2 Kon. 25:19, en Ezra 7:14. Als de koning op iemand vertoornd was, die mocht zijn aangezicht niet zien, gelijk blijkt, onder, Esth. 7:8.

2Ki 25.19 Ezr 7.14 Es 7.8

35) vooraan zaten

Of, boven aan.

Copyright information for DutKant