Esther 2:12

29) de beurt

Of, de bestemde tijd, orde.

30) van elke jonge dochter

Hebreeuws, van jonge dochter en van jonge dochter.

31) nadat haar twaalf

Hebreeuws, van, of naar het einde te geschieden, enz.

32) alzo werden vervuld

Dat is, zoveel tijd moesten zij hebben om zich te reinigen en te versieren.

2 Corinthians 1:21-22

44) bevestigt

Namelijk in de waarheid.

45) in Christus,

Dat is, om de vrucht en kracht van alle beloften Gods te zoeken in Christus en door de gemeenschap met Christus.

46) gezalfd heeft,

Dat is, met de gaven des Heiligen Geestes begaafd heeft, die in de Schrift dikwijls bij olie of zuivere zalf wordt vergeleken. Zie Ps.. 45:8; Hand. 4:27, en Hand. 10:38; 1 Joh. 2:20,27.

Ps 45.7 Ac 4.27 10.38 1Jo 2.20,27
47) verzegeld,

Dat is, als met opdrukking van zijn zegel verzekerd, namelijk van onze gemeenschap met Christus, en vervolgens van onze aanneming tot kinderen en tot erfgenamen Gods; Rom. 8:15,16; 1 Cor. 2:12.

Ro 8.15,16 1Co 2.12

48) het onderpand des

Gr. Arrhabon, welk woord, gelijk ook Arrha, eigenlijk betekent een onderpand, dat een deel of begin is van het toekomende goed, dat ons beloofd en verzekerd wordt, gelijk als iemand enig geld gereed geeft tot een begin en verzekering der betaling die beloofd is. Zie 2 Cor. 5:5; Ef. 1:13,14. De eerste gave dan des Geestes en des levens is een onderpand van onze gehele erve; alzo dat deze zalving, verzegeling en onderpand tot een zelfde einde dienen. Doch dit verhaal van deze weldaad dient daartoe, om te bewijzen dat dezelve in onze harten altijd krachtiger en gewisser wordt.

2Co 5.5 Eph 1.13,14

1 John 2:20

73) Doch gij hebt

Grieks en. De apostel wijst den gelovigen nu aan het rechte middel om de verleidingen der antichristenen te ontkomen, namelijk dat zij vast blijven bij de leer, die zij door de verlichting van den Heiligen Geest eens hebben geleerd en aangenomen.

74) de zalving

Of de zalf; waardoor hij verstaat de genadige werking van den Heiligen Geest, waardoor zij wedergeboren en met de zaligmakende kennis van Christus verlicht en versterkt zijn, die bij de uitstorting van een kostelijke zalf wordt vergeleken. Zie Ps. 45:8, en Ps. 133:2.

Ps 45.7 133.2

75) van den Heilige,

Dat is, van Christus Jezus, die zo genoemd wordt Ps. 16:10; Dan. 9:24; Hand. 2:27. Zie de aantekeningen aldaar; en de reden Hebr. 7:26. Van Hem hebben alle gelovigen deze gave; Jo‰l. 2:28; Joh. 1:16, en Joh. 14:26.

Ps 16.10 Da 9.24 Ac 2.27 Heb 7.26 Joe 2.28 Joh 1.16 14.26

76) alle dingen.

Namelijk die u ter zaligheid nodig zijn te weten en waarvan ik u schrijf.

1 John 2:27

91) de zalving, die

Dat is, dezelfde genade van den Heiligen Geest, die u Christus heeft gegeven, om u te verlichten met de kennis der waarheid, gelijk 1 Joh. 2:20.

1Jo 2.20

92) dat iemand u lere;

Namelijk deze dingen, terwijl gij ze reeds weet, of de gronden der christelijke leer, die gij reeds gelegd hebt.

93) van alle dingen,

Dat is, van al deze dingen; of van al wat u nodig is ter zaligheid te weten. Zie 1 Joh. 2:20.

1Jo 2.20

94) zij ook waarachtig,

Namelijk de zalving.

95) [zo] zult gij

Dat is, zo blijft in Hem; een Hebreeuwse wijze van spreken. Of Hij spreekt zo, om te tonen het goed vertrouwen dat Hij had van hun standvastigheid.

96) in Hem blijven.

Namelijk Christus; gelijk uit het volgende en het voorgaande 1 Joh. 2:24 blijkt.

1Jo 2.24
Copyright information for DutKant