Exodus 13:13

17) ezelin opent,

Versta hieronder alle andere gedierten, die tot de offeranden onbekwaam waren.

18) lam;

Versta, zowel een lam der geiten, als der schapen.

19) zo zult gij het den nek breken;

Te weten, opdat hetgeen den Heere toege‰igend is, tot geen gewone dingen gebruikt worde.

20) zult gij lossen.

Te weten, met vijf sikkelen des heiligdoms, Num. 18:16.

Nu 18.16

Leviticus 27:11-13

15) naar dat het goed of kwaad is;

Te weten, om te onderscheiden hetwelk goed, hetwelk kwaad zou zijn, en daarnaar zijn schatting te richten. Hebreeuws, tussen goed en tussen kwaad. Alzo onder, Lev. 27:14.

Le 27.14
16) immers lossen zal,

Hebreeuws, lossende lossen.

Leviticus 27:26-27

34) eerstgeborene,

Dat is, dat anders, vanwege het recht der eerstgeboorte, den HEERE toebehoort, en daarom kunt gij daarvan geen belofte doen. Zie Exod. 13:2, en Exod. 22:29, en Exod. 34:19; Num. 3:13, en Num. 8:17.

Ex 13.2 22.29 34.19 Nu 3.13 8.17
Copyright information for DutKant