Exodus 18:8

10) ontmoet was,

Hebreeuws, gevonden had.

Deuteronomy 4:30

34) al deze dingen zullen treffen;

Hebreeuws, al deze woorden, of zaken zullen vinden. Zie gelijke manier van spreken onder, Deut. 31:17, en 1 Sam. 23:17; versta die voorgezegde ellenden. Zie boven, Deut. 4:26,27.

De 31.17 1Sa 23.17 De 4.26,27

35) dan zult gij wederkeren

Dit [alsook Deut. 4:29] schijnt een profetie te zijn van de bekering der Joden. Vergelijk onder, Deut. 30:1,2,3, enz. Hos. 3:5. Anders, en gij u bekeren zult tot den Heere uwen God, enz., en dan in Deut. 5:31, zo zal Hij u niet verlaten, enz.

De 4.29 30.1,2,3 Ho 3.5 De 5.31

36) tot den HEERE, uw God,

Anders, tot den Heere uwen God toe. Zie hiervan Jo‰l. 2:12.

Joe 2.12

Esther 8:6

17) hoe zal ik vermogen,

Hebreeuws, hoe zal ik kunnen en zien in het kwaad, en alzo straks weder. Alsof hij zeide: Ik zal het van hartzeer niet kunnen zien.

18) treffen zal?

Hebreeuws, vinden.

Job 31:29

52) verdrukking

Dat is, schade, kwalijk varen, ondergang, verderf. Alzo boven, Job 30:24; Spreuk. 24:22.

Job 30.24 Pr 24.22

53) opgewekt

Te weten, tot blijdschap en vreugde.

54) kwaad

Versta, het kwaad der straf, dat is ellende en tegenspoed. Zie Gen. 19:19.

Ge 19.19

55) vond;

Dat is, overkwam en trof. Zie Gen. 44:34.

Ge 44.34
Copyright information for DutKant