Exodus 19:16

32) en het geluid ener zeer sterke bazuin,

Zie boven, Exod. 19:13.

Ex 19.13

Ezra 9:4

8) die voor de woorden

Dat is, die den Heere en zijn woord van harte vreesden; vergelijk Jes. 66:2,5.

Isa 66.2,5

9) weggevoerden;

Hebreeuws, der wegvoering; als boven, en elders dikwijls.

10) avondoffer.

Zie Exod. 29:39,41; Num. 28:4.

Ex 29.39,41 Nu 28.4

Ezra 10:3

5) beven

Gelijk boven, Ezra 9:4.

Ezr 9.4

Job 37:1

1) hierover

Te weten, over de werken Gods, die ik nu verhalen zal.

2) springt

Hebreeuws, wordt verzet, of versteld.

Isaiah 66:5

25) Hoort des HEEREN woord,

Hier spreekt nu God, of de profeet, de godzalige Isra‰lieten aan, die ten tijde der profeten geweest zijn, en die daarna ten tijde van Christus in Hem zouden geloven, en derhalve van hunne broeders naar het vlees zouden gehaat en vervolgd worden.

26) Uw broeders,

Te weten valse broeder, huichelaars.

27) afzonderen,

Of, afscheiden, afkerig van u zijn, u onwaardig van hun gezelschap achtende. Zie Jes. 65:5.

Isa 65.5

28) om Mijns Naams wil,

Dat is, omdat gijlieden de ware religie belijdt, die Ik ulieden te onderhouden gegeven heb ter ere van mijnen naam.

29) zeggen:

Te weten spottende met de dreigementen, die de Heere door zijne profeten laat verkondigen.

30) Dat de HEERE

Alsof zij zeiden: Dat de Heere zijne macht aan ons bewijze met zijne straffen, waarmede gij ons dreigt. Dit spreken die goddeloze mensen spottenderwijze, verwerpende onheiliglijk al de dreigementen en beloften, die de Heere door zijne profeten deed. Vergelijk Jes. 5:19.

Isa 5.19

31) Doch Hij zal

Of, voorwaar, Hij [te weten de Heere] zal verschijnen; dat is, Hij zal gewisselijk komen, tot ulieder [te weten der godzaligen] vreugde, maar zij [te weten de goddelozen] zullen beschaamd worden; dat is, Ik zal hen straffen en te schande maken, zonder dat de valse goden, op wie zij hun vertrouwen zetten, hen zullen kunnen verlossen.

Hosea 11:10-11

31) HEERE achterna wandelen,

Jezus Christus, den Messias, hun Hoofd en Koning. Vergelijk boven Hos. 3:5.

Ho 3.5

32) brullen als een leeuw,

Door de openbare, klare en heldere predikatie van het Evangelie, waardoor Hij zijne uitverkorenen [gelijk een leeuw zijne jongen] bijeen zal roepen, gelijk volgt. Vergelijk Jes. 27:13; Amos 3:8; idem, waardoor Hij niet alleen den zijnen zijn genadewerk zal verkondigen, maar ook zijnen en zijner kerken vijanden, zijne wraak en overwinning, voornamelijk van alle geestelijke vijanden, die Hij, als de rechte leeuw van Juda, zal overwinnen en in triomf voeren. Zie Gen. 49:9; Col. 2:15; Openb. 5:5, en vergelijk wijders Jes. 31:4,5; Jo‰l. 3:16; Amos 1:2.

Isa 27.13 Am 3.8 Ge 49.9 Col 2.15 Re 5.5 Isa 31.4,5 Joe 3.16 Am 1.2

33) kinderen

Dat is, uitverkorenen, die hem de Vader gegeven heeft; Joh. 17:6; Hebr. 2:13.

Joh 17.6 Heb 2.13

34) van de zee af

Hebreeuws, zullen sidderen, of beven van de zee [of, het westen] af; dat is sidderende aankomen tot zijne en zijner kerken gemeenschap. Vergelijk Jes. 24:14, en Jes. 49:12, boven Hos. 3:5, en zie de aantekening. Alzo in Hos. 11:11. Aangaande de manier van spreken, sidderen, of beven, voor sidderende gaan, komen, enz. Vergelijk 1 Sam. 13:7, en 1 Sam. 16:4.

Isa 24.14 49.12 Ho 3.5 11.11 1Sa 13.7 16.4
35) vogeltje

Dat snellijk vliegt naar zijn aas, of nest, of den strik ontvliedt.

36) Egypte,

Dat is, in alle plaatsen, waar zij verstrooid zijn, zullen zij zich met ijver begeven tot dien, die hen verlost uit geestelijk Egypte en Assyri‰, dat is, de slavernij des duivels en der zonde. Vergelijk Jes. 27:13; Zach. 10:10.

Isa 27.13 Zec 10.10

37) duif

Zie Jes. 60:8.

Isa 60.8

38) wonen in hun huizen,

Dat is, [naar den stijl der profeten]. Ik zal hen planten in mijne kerk, en door Christus geven rust en vrede in hunne conscienti‰n, en na dit leven, hunne plaats in de hemelse woonsteden. Zie boven Hos. 2:13,17, met de aantekening en onder Hos. 12:10.

Ho 2.14,18 12.9
Copyright information for DutKant