Exodus 19:21

36) betuig dit volk,

Dat is, belast hun hoog, en scherp hun in.

37) doorbreken tot den HEERE,

Te weten, door de afpaling, die hun gesteld is.

38) vallen.

Dat is, gedood worden van den Heere, gelijk Hij dreigt Exod. 19:12. Zie de manier van spreken, Gen. 14:10; 1 Cor. 10:8, enz.

Ex 19.12 Ge 14.10 1Co 10.8

Acts 7:38

61) vergadering [des

Of, gemeente. Dit is de vergadering des volks geweest, die beschreven wordt Exod. 19, en in enige volgende hoofdstukken.

62) den Engel,

Namelijk de Zoon Gods, Hand. 7:30.

Ac 7.30

63) levende

Dat is, den weg ten leven aanwijzende.

64) woorden ontving,

Dat is, uitspraken of aanspraken Gods, waarmede Hij zijnen wil verklaarde.

1 Timothy 2:5

9) ‚‚n God, er is

Namelijk in het getal; of ‚‚n enig God, gelijk ook ‚‚n Middelaar, dat is, ‚‚n enige Middelaar. Zie Joh. 14:6; Hand. 4:12.

Joh 14.6 Ac 4.12

10) de Mens Christus Jezus;

Dit zegt Paulus niet om Zijn Godheid van dit Middelaars-ambt uit te sluiten, want Hij is God geopenbaard in het vlees, 1 Tim. 2;16, en God heeft door Zijn bloed Zijn kerk verkregen, Hand. 20:28, maar om aan te wijzen dat Hij in Zijn menselijke natuur het rantsoen voor ons heeft betaald, en dat Hij als een mens ons ook gelijk is, en derhalve alle soorten van mensen door het geloof tot Hem, en tot Zijn offerande een vrijmoedigen toegang hebben. Zie Hebr. 2:10, enz.

Ac 20.28 Heb 2.10
Copyright information for DutKant