Exodus 19:9

16) in een dikke wolk,

Hebreeuws, in de dikheid der wolk.

17) eeuwiglijk

Dat is, hun levenlang.

18) aan u geloven.

Zie boven, Exod. 14:31.

Ex 14.31

Exodus 21:6

11) de goden brengen,

Dat is, magistraten, rechters, overheden, gelijk Ps. 82:1,6, en elders.

Ps 82.1,6

12) aan de deur, of aan den post brengen;

Te weten, aan de deur van des huisheren huis.

13) zijn oor doorboren,

Daarmede aanwijzende dat hij aan zijns heren huis als gehecht was, en verbonden bleef om hem voortaan te dienen.

14) eeuwiglijk dienen.

Zie Deut. 15:17.

De 15.17

1 Samuel 1:22

47) Hanna toog niet op:

Den vrouwen was niet bevolen ieder jaar op trekken [hoewel zij het wel mochten, en somtijds ook plachten te doen] maar den mannen alleen, Exod. 23:17.

Ex 23.17

48) in eeuwigheid.

Dat is, zijn levensdagen. Zie boven, 1 Sam. 1:11, en onder, 1 Sam. 1:28.

1Sa 1.11,28

Psalms 73:12

21) hebben

Hebr. [zij zijn] de gerusten, of vrede hebbenden der wereld, of der eeuw, of eeuwigheid; dat is, die den vrede, [verg. Joh. 14:27] of het geluk dezer wereld genieten, of hun levenlang in rust, gemak en weelde zitten en gans zorgeloos leven. Van zulk een gebruik des woords, [eeuwigheid] zie Deut. 15:17, en verg. met deze klacht Jer. 12:1,2.

Joh 14.27 De 15.17 Jer 12.1,2

22) vermogen.

Dat is, rijkdom, gelijk Deut. 8:17,18; Ruth 2:1; 2 Kon. 5:1.

De 8.17,18 Ru 2.1 2Ki 5.1
Copyright information for DutKant