Exodus 2:1
1) een man Wiens naam was Amram, de zoon van Kehath, den zoon van Levi; Exod. 6:17,19; Num. 26:59. Ex 6.18,20 Nu 26.59 2) van het huis van Levi ging, Dat is, van het huisgezin en geslacht van Levi. 3) nam Te weten, ter vrouw. 4) een dochter van Levi. Aan Levi zelven geboren, genaamd Jochebed, Num. 26:59; Kehats zuster, de tante van Amram, haar man; dat is, de zuster van zijn vader, Exod. 6:19. Dusdanige huwelijken zijn naderhand verboden; Lev. 18:12. Nu 26.59 Ex 6.20 Le 18.12Numbers 26:59
48) [de huisvrouw] van Levi Hebreeuws, welke zij den Levi baarde. Versta door deze barende, niet Jochebed [die de geboren persoon is], maar de huisvrouw van Levi, de moeder van Jochebed en de moei van Amram, wiens grootvader Levi was.
Copyright information for
DutKant