Exodus 20:11

18) heiligde denzelven.

Zie Gen. 2:3.

Ge 2.3

Leviticus 19:3

3) moeder en zijn vader vrezen,

De moeder wordt hier voor den vader genoemd, omdat de kinderen in hunne jonkheid meest hunne moeder behoeven, en sommigen in haar ouderdom die meest plegen te verachten.

4) Ik ben de HEERE, uw God!

Zie boven, Lev. 18:2. Alzo onder, Lev. 19:4,10,12,14, enz.

Le 18.2 19.4,10,12,14

Leviticus 23:4

Numbers 28:11

17) beginselen uwer maanden

Hebreeuws, hoofden. Alzo Exod. 12:2, boven, Num. 10:10.

Ex 12.2 Nu 10.10

18) jonge varren,

Hebreeuws, de zonen van een rund. Alzo ook onder, Num. 28:19,27. Zie Lev. 1:14.

Nu 28.19,27 Le 1.14

Acts 20:7

14) eersten [dag]

Grieks enen. Zie Gen. 1:5; Matth. 28:1; en vergelijk daarmede 1 Cor. 16:2, welke dag de dag des Heeren genaamd wordt, Openb. 1:10.

Ge 1.5 Mt 28.1 1Co 16.2 Re 1.10

15) der week, als

Grieks der sabbaten. Zie Matth. 28:1; Luk. 18:12.

Mt 28.1 Lu 18.12

16) om brood te breken,

Dat is om met elkander te eten, en het Avondmaal des Heeren te houden. Zie Hand. 2:42,46; 1 Cor. 11:20,21,22.

Ac 2.42,46 1Co 11.20,21,22

17) handelde Paulus

Namelijk van de leer des Evangelies.

1 Corinthians 11:17

39) Dit nu, [hetgeen]

Namelijk hetgeen volgt.

40) aanzeg, prijs

Of, verhaal, vermeld, verkondig.

41) tot beter, maar

Dat is, niet tot verbetering, maar tot verergering. Want de vergaderingen worden daartoe aangesteld, opdat de gelovigen in dezelve gesticht en gebeterd worden; hetwelk niet geschiedt, wanneer in dezelve ongeschiktheden worden gepleegd.

1 Corinthians 14:23

74) ongelovigen inkwamen,

Namelijk die nog tot den Christelijken godsdienst niet bekeerd zijn.

75) dat gij uitzinnig waart?

Namelijk als gij voor het volk spreekt hetgeen zij niet verstaan, hetwelk gen wijze maar uitzinnige lieden doen. Waardoor dan een ongelovige meer en meer van den Christelijken godsdienst vervreemd wordt, als die hem schijnen zou de mensen uitzinnig te maken.

Copyright information for DutKant