Exodus 21:2
3) een Hebreeuwsen Niemand mocht in Isral een Hebreeuwsen knecht kopen, tenzij iemand zich of zijn kinderen uit armoede verkocht, Deut. 15:12; Lev. 25:39, of de overheid hem deed verkopen, vanwege begane dieverij, die hij niet wedergeven of vergelden kon, Exod. 22:3. De 15.12 Le 25.39 Ex 22.3 4) knecht kopen zult, Versta hieronder ook de Hebreeuwse dienstmaagd, gelijk af te nemen is uit Deut. 15:12; Jer. 34:9. De 15.12 Jer 34.9Deuteronomy 14:28
16) Ten einde van drie jaren Zie boven, Deut. 12:17. De 12.17 17) in hetzelve jaar, Te weten, het laatste van alle drie jaren, of elk derde jaar.Joshua 3:2
1) op het einde van drie dagen, Versta, het einde van de drie dagen, waarvan boven, Joz. 1:11, gesproken is. En zie aangaande deze manier van spreken Deut. 15:1. Jos 1.11 De 15.1Jeremiah 25:12
21) dat stellen Volk, of land der Chalden. 22) eeuwige verwoestingen. Hebreeuws, verwoestingen der eeuwigheid.Jeremiah 34:14
18) verkocht zijn, Of, die zich aan u verkocht zal hebben.Luke 2:21
26) vervuld waren, Dat is, als de achtste dag gekomen was. Zie Hand. 2:1. Ac 2.1 27) JEZUS, Zie hiervan en van de uitlegging dezes naams Matth. 1:21. Mt 1.21Acts 2:1
1) Pinkster[feest] Het woord Pinkster is een gebroken woord van het Griekse woord Pentecoste, dat is, de vijftigste dag; waarmede genaamd werd het tweede grote jaarfeest, op hetwelk de eerstelingen der vruchten geofferd werden, Num. 28:26, omdat het begon op den vijftigsten dag na den tweeden paasdag, Lev. 23:15,16, op welken vijftigsten dag na het eerste pasen en den uitgang der kinderen Israls uit Egypte, ook de wet van God op den berg Sina is gegeven; Exod. 19;1,11. Zie van dit feest ook Hand. 20:16; 1 Cor. 16:8. Nu 28.26 Le 23.15,16 Ac 20.16 1Co 16.8 2) vervuld werd, Dat is, gekomen was. 3) zij allen Namelijk de twaalf apostelen, wien deze belofte voornamelijk was gedaan. Zie hierna Hand. 2:4,14,15. Ac 2.4,14,15 4) bijeen. Dat is, in ne plaats vergaderd, namelijk in ene opperzaal binnen Jeruzalem; Hand. 1:13. Ac 1.13
Copyright information for
DutKant