Exodus 21:6

11) de goden brengen,

Dat is, magistraten, rechters, overheden, gelijk Ps. 82:1,6, en elders.

Ps 82.1,6

12) aan de deur, of aan den post brengen;

Te weten, aan de deur van des huisheren huis.

13) zijn oor doorboren,

Daarmede aanwijzende dat hij aan zijns heren huis als gehecht was, en verbonden bleef om hem voortaan te dienen.

14) eeuwiglijk dienen.

Zie Deut. 15:17.

De 15.17

Deuteronomy 15:17

34) steken in zijn oor en in de deur,

Zie hiervan Exod. 21:5,6.

Ex 21.5,6

35) eeuwiglijk uw dienstknecht zijn;

Hebreeuws, en hij zal u een dienstknecht der eeuwigheid zijn; dat is, den gansen tijd zijns levens; alzo Exod. 21:6. Vergelijk Exod. 19:9; 1 Sam. 1:22, enz; Ps. 73:12. Anderen verstaan dit tot het jubeljaar toe.

Ex 21.6 19.9 1Sa 1.22 Ps 73.12

Hebrews 10:5

13) Daarom,

Namelijk Christus de hogepriester der toekomende goederen, in wiens naam David in dezen psalm spreekt, en van wiens komst hij profeteert, gelijk Paulus hier betuigt en de zaak zelf uitwijst.

14) komende in de wereld,

Namelijk wanneer Hij de menselijke natuur aannam en in een persoon met zich verenigde, gelijk hiervoor Hebr. 1:6, en Hebr. 9:11.

Heb 1.6 9.11

15) hebt Gij niet gewild,

Namelijk om die aan te nemen tot een verzoening en voldoening voor de zonde, gelijk de Joden zich inbeelden; anderszins heeft ze God ook gewild om gebruikt te worden voor de gelovigen van het Oude Testament als voorbeelden en sacramentele tekenen, die hen op de toekomende voldoening der offerande van Christus wezen; maar dat ook niet langer dan tot de offerande zelf nu zou volbracht zijn, wanneer deze schaduwen moesten ophouden, gelijk in deze en andere plaatsen wordt bewezen.

16) het lichaam toebereid;

De Hebreeuwse tekst Ps. 40:7, zegt: Gij hebt mij de oren doorboord. Doch de apostel volgt hier de Griekse overzetting, gelijk meest in dezen brief, dewijl dezelfde zin in beiden is begrepen. Want de woorden: Gij hebt mij de oren doorboord, betekenen dat Christus nu mens wordende, zichzelf tot een gewilligen dienstknecht van Zijn Vader overgeeft, om Hem tot den dood van het kruis te gehoorzamen. Het is een gelijkenis genomen van de dienstknechten der Hebre‰n, die nadat zij zes jaren hun heren hadden gediend, het zevende jaar uit den dienst van hun heren niet wilden scheiden, maar tot den dood daarin blijven; tot een getuigenis waarvan de oren hun aan den post der deur werden doorboord, gelijk te zien is Exod. 21:6. Zo dan ook wordt God de Vader hier gezegd, Christus het lichaam toebereid te hebben; omdat Christus de menselijke natuur uit het vlees en bloed der maagd Maria van Zijn Vader, door de kracht van den Heiligen Geest ontvangen hebbende, deze hier overgeeft tot den dienst Zijns Vaders, om Hem gewillig in alles te gehoorzamen, zelfs tot den dood toe, om te zijn een Zoenoffer voor onze zonden. Het is dan zoveel of Hij zeide: Gij hebt mij een lichaam gegeven, dat in uw dienst tot den dood toe gewillig en bereid is.

Ps 40.6 Ex 21.6

Hebrews 10:10

21) In welken wil

Dat is, door de gehoorzaamheid van welken wil; gelijk Rom. 5:19.

Ro 5.19

22) wij geheiligd zijn,

Dat is, alles hebben wat tot onze volkomene heiligmaking, namelijk vergeving der zonden, vernieuwing des Geestes en eeuwige zaligheid nodig is.

23) door de offerande

Dat is, welke wil van God daarin ook bestond, dat Christus Zijn lichaam tot een zoenofferande voor onze zonden aan het kruis zou overgeven; Filipp. 2:8.

Php 2.8
Copyright information for DutKant