Exodus 23:28

49) Hevieten, de Kana„nieten en de Hethieten.

Versta hier ook die andere nati‰n, die Exod. 23:23 genoemd zijn.

Ex 23.23

Joshua 24:12

10) horzelen

Hebreeuws, de horzel.

11) gelijk

Hij wil zeggen: gelijk gij tevoren de beide koningen der Ammorieten verdreven hebt, te weten Sihon en Og. Zie onder, Joz. 24:18.

Jos 24.18

12) uw zwaard,

Versta hieronder ook alle andere wapenen, gelijk Gen. 48:22; Ps. 7:13, en Ps. 44:4,7. De zin dezer woorden is dat hun zwaarden en bogen tevergeefs zouden geweest zijn, ten ware God de Heere hun vijanden had verdelgd.

Ge 48.22 Ps 7.12 44.3,6

12) boog.

Versta hieronder ook alle andere wapenen, gelijk Gen. 48:22; Ps. 7:13, en Ps. 44:4,7. De zin dezer woorden is dat hun zwaarden en bogen tevergeefs zouden geweest zijn, ten ware God de Heere hun vijanden had verdelgd.

Ge 48.22 Ps 7.12 44.3,6

Psalms 44:3

4) henlieden

Te weten, onze voorvaders.

5) geplaagd

Hebr. kwaad gedaan; dat is, in het verderf gebracht, allerlei plagen aangedaan.

6) voorschieten

Als een wijnstok wijd en zijd uit gebreid. Zie Ps. 80. 9,10, enz.

Ps 80.8,9
Copyright information for DutKant