Exodus 23:6

11) Gij zult het recht uws armen niet buigen

Te weten, gij die rechters des volks zijt.

Deuteronomy 1:16

34) Hoort [de verschillen]

Of, horende [de verschillen] tussen uwe broeders, zo, enz.

35) deszelfs vreemdeling.

Dat is, die bij, of onder hem is, of verkeert.

Deuteronomy 16:18

23) Rechters en ambtlieden

Vergelijk 1 Kron. 23:4, en 1 Kron. 26:29; 2 Kron. 19:8.

1Ch 23.4 26.29 2Ch 19.8

24) onder uw stammen;

Of, voor, naar uw stammen.

2 Chronicles 19:7

16) neemt waar,

Te weten, uw ambt, ten einde dat gij het behoorlijk uitvoert.

17) aanneming

Hebreeuws, opnemingen des aangezichts. Zie Lev. 19:15, en Deut. 1:17, met de aantekening.

Le 19.15 De 1.17

18) geschenken.

Hebreeuws, geschenk; dat is, enig geschenk of geschenken.

Isaiah 33:15

53) Die in

Hier antwoordt de profeet, of God door den profeet, op de voorgaande vraag der goddeloze Joden; en Hij wijst aan dat zij geen oorzaak hebben om over Gods gestrengheid te klagen, maar wel over hun goddeloos leven, waarmede zij God tot straffen veroorzaken.

54) het gewin

Dat is het onrechtvaardig gewin, hetwelk men neemt om zijnen naaste te helpen onderdrukken.

55) geen geschenken

Te weten die hem, als rechter, gegeven worden om een goede zaak kwaad te maken.

56) dat hij geen

Dat is, dat hij de raadslagen van onschuldig bloedvergieten niet bijwone; zie Ps. 51:16.

Ps 51.14

57) niet aanzie;

Te weten met lust en met behagen. Zie Ps. 22:18.

Ps 22.17
Copyright information for DutKant