Exodus 23:6-7

11) Gij zult het recht uws armen niet buigen

Te weten, gij die rechters des volks zijt.

12) zaken;

Of, woorden.

13) zult gij niet doden;

Dat is, ter dood verwijzen, want hij spreekt hier de magistraten aan.

14) goddeloze niet rechtvaardigen.

Te weten, een goddelozen, onrechtvaardigen rechter, die een onrechtvaardig oordeel over een onschuldig mens uitspreekt.

Deuteronomy 16:19

25) aangezicht niet kennen;

Zie boven, Deut. 1:17.

De 1.17

26) woorden der rechtvaardigen.

Versta, de woorden der rechters, dat zij kwade vonnissen uitspreken, of, de woorden dergenen, die een rechtvaardige zaak hebben, die door den omgekochten rechter verkeerd en verdraaid worden. Anders, zaken.

2 Chronicles 19:6-7

14) gij houdt

Dat is, gij bedient dit rechterschap niet eigenlijk in den naam en uit last van een mens, maar in den naam en uit last van God, welken het gericht toebehoort, en die u daarin gesteld heeft om zijn plaats te bewaren.

15) in de zaak

Dat is, in de rechtshandelingen, geschillen en processen, die u zullen mogen voorkomen. Zie Ps. 82:1.

Ps 82.1
16) neemt waar,

Te weten, uw ambt, ten einde dat gij het behoorlijk uitvoert.

17) aanneming

Hebreeuws, opnemingen des aangezichts. Zie Lev. 19:15, en Deut. 1:17, met de aantekening.

Le 19.15 De 1.17

18) geschenken.

Hebreeuws, geschenk; dat is, enig geschenk of geschenken.

Luke 18:4

Copyright information for DutKant