Exodus 24:12

Ruth 1:2

5) Naomi,

Zie onder, Ruth 1:20.

Ru 1.20

6) Efrathers,

Bethlehem-Juda was eertijds ook genoemd Efrata; Gen. 35:19. Insgelijks het land waarin Bethlehem lag; Micha 5:1; hiervan worden zij genoemd Efraters.

Ge 35.19 Mic 5.2

7) bleven aldaar.

Hebreeuws, waren.

Job 41:11

24) ruimen

Of, waterpoel, staand water, te weten, dat dampen opgeeft.

Psalms 37:18

31) De HEERE

Verg. Ps. 1:6.

Ps 1.6

32) dager der

Dat is, den staat huns levens, hoe zij hun tijd doorbrengen, in kruis, vroomheid en geduld. Verg. Ps. 31:16.

Ps 31.15

33) oprechten

Zie Gen. 6:9. alzo onder Ps. 37:37.

Ge 6.9 Ps 37.37

34) blijven

Hebr. zijn; alzo Jer. 17:8; Jer. 27:22; Jer. 32:5. Dan. 1:21; enz.

Jer 17.8 27.22 32.5 Da 1.21

Psalms 64:7

8) allerlei

Hebr. schalkheden, of onrechtvaardige, slimme, verkeerde trekken; dat is, zij bedenken met alle vlijt en scherpzinnigheid allerlei boze vonden, om heun goddeloos voornemen onder een schijn uit te voeren.

9) ten uiterste

Hebr. zij voltrekken een doorzochte doorzoeking, of, een onderzoek dat te onderzoeken is. Verg. Ps. 137:8; alles [wil hij zeggen] doorsnuffelen, beproeven en ondervinden zij, of het dus of zo best zou mogen gelukken. Anders: wij worden verteerd [door hunne] doorzochte doorzoeking; [dat is, arglistige praktijken] zo diep is het binnenste eens mans en het hart.

Ps 137.8

Psalms 119:91

96) Naar

Dat is, gelijk U dat eens heeft beliefd te ordineren en te wijzen, gelijk Ps. 33:9.

Ps 33.9

97) zij [nog] heden

Te weten, hemel en aarde.

98) zijn uwe

Dat is, hemel en aarde en al wat er in is moet tot Uw dienst staan.

Daniel 1:21

68) Dani‰l

Hier wordt Dani‰l alleen genoemd, niet zijne metgezellen, omdat doorgaans in dit boek zal gesproken worden van hetgeen God door Dani‰l heeft gedaan en voorzegd.

69) bleef

Hebreeuws, was, alhoewel niet altijd in even groot aanzien en hoogachting in der koningen hoven, gelijk blijkt Dan. 5:13,16.

Da 5.13,16

70) tot

Het woord tot, sluit niet altijd den toekomenden tijd uit, alzo dat het hier niet te zeggen is, dat hij zulks niet zou gebleven zijn ten tijde van den koning Cores. Wij lezen Dan. 10:1, dat hem in het derde jaar van dezen koning nog grote dingen van God zijn geopenbaard geworden. In zulk ene betekenis moet ook het woord tot genomen worden, 2 Sam. 6:23; Ps. 110:1; Matth. 1:25.

Da 10.1 2Sa 6.23 Ps 110.1 Mt 1.25

71) het eerste jaar van den koning Kores toe.

Dani‰l heeft over de zeven en zeventig jaren geleefd in het hof der koningen te Babel, eerst onder Nebukadnezar den Grote; daarna onder Evilmerodach zijn zoon, en onder Belsazar. In het eerste jaar van Cores [die koning van Perzi‰ zijnde, ook koning van Babel geworden is], zijn de Joden uit hun zeventig jarige gevangenschap ontslagen. Zolang en nog daarna heeft God Dani‰l in het leven gespaard, opdat hij zijn volk zou voorstaan, onderwijzen en troosten den gansen tijd hunner gevangenschap; een bewijs van Gods zonderlinge zorg over zijn volk.

Copyright information for DutKant