Exodus 24:15-16
28) zo heeft een wolk den berg bedekt. Dit was een teken der tegenwoordigheid Gods, ofschoon het met schrik en vrees geschied is; 2 Kron. 6:1; Hebr. 12:18. Zie ook Exod. 19:9. 2Ch 6.1 Heb 12.18 Ex 19.9 29) hem zes dagen, Te weten, den Heere, of Mozes, of den berg. 30) Hij Mozes uit het midden der wolk. Te weten, Mozes alleen; zelfs was Jozua met Mozes niet toen de Heere met hem sprak. Exodus 33:20
31) Mijn aangezicht Dat is, mijn wezen noch mijne heerlijkheid in haar volmaaktheid, vanwege uwe zonde; Rom. 3:23. Ro 3.23 32) niet kunnen zien; Wij kunnen God in dit sterflijke leven niet zien; zie Gen. 16:13; maar hiernamaals zullen wij hem zien gelijk Hij is; 2 Cor. 13:12; 1 Joh. 3:2. Ge 16.13 2Co 13.12 1Jo 3.2 33) Mij zal geen mens zien, en leven. Hieruit is ontstaan het algemeen gevoelen der Joden, dat zij sterven zouden, wanneer zij den Heere zien zouden; Deut. 5:24,25; Richt. 13:22; Jes. 6:5; Dan. 10:8; Openb. 1:17. De 5.24,25 Jud 13.22 Isa 6.5 Da 10.8 Re 1.17 1 Timothy 6:16
27) een ontoegankelijk licht bewoont; Dat is, een volmaaktheid en heerlijkheid in zichzelf bezit, die niemand kan begrijpen, gelijk het woord licht ook genomen wordt; 1 Joh. 1:5, enz. 1Jo 1.5 28) gezien heeft, noch zien kan; Namelijk met het oog des lichaams, dewijl hij een geestelijk wezen is, gelijk hij daarom onzienlijk genaamd wordt; 1 Tim. 1:17. Zie ook Joh. 1:18, en 1 Joh. 4:20. 1Ti 1.17 Joh 1.18 1Jo 4.20
Copyright information for
DutKant