Exodus 25:18-20

26) uit de beide einden des verzoendeksels.

Alsof Hij zeide, de cherubim zullen uit beide einden van den deksel uitgaan, •f daaruit als wassen, alzo dat de cherubim en het deksel uit ‚‚n stuk moesten zijn, en niet in of aan elkander gezet of gesoldeerd zijn.

27) elkander zijn;

Hebreeuws, de man zijnen nabuur.

2 Samuel 6:2

3) maakte zich op,

Toen hij van Jeruzalem te Ba„lim Juda, dat is, Kiriath-Jearim, gekomen was.

4) Ba„lim Juda,

Zie 1 Kron. 13:6, en 1 Sam. 7:1, en Joz. 15:10,60.

1Ch 13.6 1Sa 7.1 Jos 15.10,60

5) ark Gods,

Dat is, die van God tot zijn dienst en troost zijns volks verordineerd was.

6) bij dewelke de Naam wordt aangeroepen,

Vergelijk Lev. 24:11, en Deut. 28:58. Anders, wiens [te weten, Gods] naam genoemd wordt, de naam, enz. Zie wijders 1 Kon. 8:29, en 1 Kon. 18:15.

Le 24.11 De 28.58 1Ki 8.29 18.15

7) daarop woont

Te weten, op de ark.

8) cherubim.

Zie Gen. 3:24.

Ge 3.24

2 Kings 19:15

29) de cherubim

Versta, de twee cherubim, die aan beide de einden van het verzoendeksel der ark stonden, Exod. 25:18, enz. Deze benaming Godes is ook 1 Sam. 4:4. Zie Num. 7:89, met de aantekening.

Ex 25.18 1Sa 4.4 Nu 7.89

30) woont!

Of, zit.

1 Chronicles 28:2

5) stond op zijn voeten,

Met dit opstaan gaf hij te kennen de eer, die hij het woord Gods toedroeg, hetwelk hij van God ontvangen had en der vergadering wilde voordragen. Vergelijk Richt. 3:20.

Jud 3.20

6) een huis der rust

Te weten, den tempel, in welken de ark zekerlijk mocht rusten, zonder voortaan van de ene plaats tot de andere te moeten verdragen worden, gelijk v¢¢r dezen dikwijls geschied was. Zie 2 Sam. 7:1.

2Sa 7.1

7) voetbank der voeten

Aldus wordt de ark des verbonds genoemd, ten aanzien dat de Heere daarop tussen de cherubim zat, 2 Sam. 6:2, en antwoord gaf.

2Sa 6.2

Psalms 99:5

12) voor de voetbank

Anders, tegenover de voetbank zijner voeten. Zie de aantekening bij 1 Kron. 28:2; alzo wordt de letter lamed ook genomen in Ps99:9, en elders dikwijls.

1Ch 28.2

13) Hij is heilig.

Te weten, God, of de tempel; of welke [te weten voetbank] heilig is.

Psalms 132:7

19) Zijn woningen

Te weten, des Heeren. Anders, hare; te weten, der ark.

20) voor

Of aan of naar, of tegen aan.

21) de voetbank

Zie de aantekening bij Ps. 99.5.

Ps 99.5
Copyright information for DutKant