Exodus 25:20

27) elkander zijn;

Hebreeuws, de man zijnen nabuur.

Ephesians 3:10

20) door de Gemeente,

Dat is, door den verscheiden stand der gemeente onder het Oude en Nieuwe Testament.

21) de overheden

Dat is, der engelen, gelijk hiervoor Ef. 1:21, en Col. 1:16; alzo genoemd, omdat God hun dienst dikwijls gebruikt in de regering van landen en koninkrijken, Dan. 4:13, en Dan. 10:13. Want ook de engelen zelf zijn begerig deze veelvuldige wijsheid Gods in de verscheidenheid van de regering der gemeente en der weldaden, die Hij den gelovigen door Christus doet, te aanschouwen; 1 Petr. 1:12.

Eph 1.21 Col 1.16 Da 4.13 10.13 1Pe 1.12

22) in den hemel

Grieks, hemelse, of in de overhemelse, namelijk plaatsen.

Hebrews 9:5

12) de cherubijnen der heerlijkheid,

Deze waren twee gedaanten van engelen, met hunne hoofden naar elkander gebogen, en met hunne vleugelen elkander rakende, gelijk te zien is Exod. 25:18, waartussen God aan Mozes antwoord gaf uit het opperste deel des genadestoels, gelijk betuigt wordt Num. 7:89.

Ex 25.18 Nu 7.89

13) het verzoendeksel beschaduwden;

Of genadestoel, welk was het deksel der ark, waar de twee stenen tafelen der wet mede werden bedekt, en een voorbeeld was van Christus, die de wet bedekt, omdat hij voor ons onder de wet is geworden, en ons van den vloek der wet heeft verlost, gelijk Christus ook daarom met den naam van verzoendeksel, of verzoening wordt genoemd, Rom. 3:25, en de engelen worden gezegd begerig te zijn om deze verborgenheden te aanschouwen; 1 Petr. 1:12.

Ro 3.25 1Pe 1.12
Copyright information for DutKant