Exodus 25:31

40) Van dicht werk zal deze kandelaar gemaakt worden,

Dat is, het zal geen gegoten of gesoldeerd werk zijn, maar het zal met den hamer uit ‚‚n stuk, of klomp, geslagen worden. Deze kandelaar was een talent zwaar, Exod. 25:39.

Ex 25.39

41) rietjes;

Dat is, armen, of takken; alzo ook in het volgende.

42) zullen uit hem zijn.

Zie de aantekeningen op Exod. 25:40.

Ex 25.40

Exodus 25:39

51) een talent louter goud

Of, centenaar; versta een centenaar des heiligdoms, houdende honderd vijf en twintig pond gouds; want een centenaar woog drie duizend sikkelen, [gelijk af te nemen is uit Exod. 38:25,26], welke de voorschreven som uitbrengen, [hoewel anderen menen dat het slechts honderd en twintig pong gewogen heeft]. Aangaande den burgerlijken centenaar, dien houdt men omtrent half zoveel geweest te zijn.

Ex 38.25,26

1 Kings 6:20

47) vooraan

Dat is, welke, als iemand inging van het oosten naar het westen, voor hem lag in het einde van het heilige. Anders, de ruimte, [of, de aangezichten] van de aanspraakplaats, was van, enz.

48) twintig ellen in haar hoogte,

Boven, 1 Kon. 6:2, staat wel, van het gehele huis, dat het dertig ellen in zijn hoogte had, maar dewijl men van het eerste voorhof tot het tweede, en van het tweede tot het heilige, en van dit tot het allerheiligste met trappen moest opklimmen, gelijk men kan afnemen, Ezech. 40;6, zo is het geen wonder, dat de vloer enige ellen hoger, en nader aan het dak geweest is.

1Ki 6.2

49) met gesloten goud;

Dat is, dicht fijn, rein. Zie 2 Kron. 3:4. Of, alzo genoemd [gelijk anderen menen] omdat het van David tot de timmering des tempels was opgesloten en bewaard geweest, 1 Kron. 29:3,4, waar het ook goud van Ofir genoemd wordt, hetwelk om zijn waardigheid altijd in grote achting geweest is, Job 22:24; maar het edelste en kostelijkste goud is in het algemeen ook zou genoemd geweest, omdat men dat zeer nauw pleegt op te sluiten, Job 28:15.

2Ch 3.4 1Ch 29.3,4 Job 22.24 28.15

50) cederen altaar.

Versta het reukaltaar, van hetwelk ook gesproken wordt onder, 1 Kon. 6:22, en 1 Kon. 9:25. Dit heeft Salomo ook met goud overtogen, en wordt daarom genoemd het gouden altaar, onder 1 Kon. 7:48.

1Ki 6.22 9.25 7.48
Copyright information for DutKant