Exodus 26:1
1) tabernakel nu De tabernakel of woning werd gemaakt, om daarin te stellen de ark, de gouden tafel met de toonbroden, en den gouden kandelaar. 2) scharlaken, Zie Gen. 38:28. Ge 38.28 3) het allerkunstelijkste werk zult gij ze maken. Anders, het allervernuftigste werk. Hebreeuws, het werk van een kunstenaar.2 Samuel 7:7
10) Overal, De zin is dat de HEERE zich nooit beklaagd heeft, dat de regenten van Isral Hem geen cederen huis bouwden. 11) dien Ik bevolen heb Uit welken Ik nu en dan een rechter of regent genomen of verwekt heb. 12) weiden, Zie boven, 2 Sam. 5:2. 2Sa 5.2
Copyright information for
DutKant