Exodus 26:3

4) de een aan de andere;

Hebreeuws, de vrouw aan haar zuster; alzo ook Exod. 26:5,6.

Ex 26.5,6

Ezekiel 1:9

38) vleugelen

Versta dit van de vleugelen, waarmede zij vlogen; en vergelijk onder Ezech. 1:11.

Eze 1.11

39) de een aan den ander;

Hebreeuws, de vrouw aan hare zuster; dat is, aan elkander, alzo Exod. 26:3,5,6; onder Ezech. 1:23, en Ezech. 3:13. Deze samenvoeging schijnt te betekenen de onderlinge vriendschap en vrede, die onder de heilige engelen is in het uitvoeren van hunne diensten.

Ex 26.3,5,6 Eze 1.23 3.13

40) keerden zich niet om,

Dat is, zij weken niet af van den weg, dien God hun bevolen had, maar gingen gelijkelijk daarin voort. Alzo onder Ezech. 1:12,17.

Eze 1.12,17

41) zij gingen elkeen recht

Dat is, zij gingen recht henen door, een eenparige streek houdende, naar de plaats, die voor hun aangezicht was en tot welke zij komen moesten. De betekenis is dat de heilige engelen in het werk, hun van God bevolen, zonder enig omzien voortgaan, en door geen beletsel afgekeerd worden.

Ezekiel 3:13

25) hoorde

Dit woord is hier ingevoegd uit Ezech. 3:12.

Eze 3.12

26) het geluid van der dieren vleugelen,

Hebreeuws, stem; alzo in het volgende. Dit was een teken dat de heilige engelen met een heerlijk geluid van toestemming de oordelen des oppersten Rechters vereerd en grootgemaakt hebben.

27) de een den ander

Hebreeuws, de vrouw aan hare zuster; dat is, de een den ander. Zie boven Ezech. 1:9.

Eze 1.9

28) raakten,

Hebreeuws, kusten; dat is, aanstieten, aanraakten, of aanroerden.

29) het geluid der raderen

Hiermede was te verstaan gegeven dat de ondergang der Joden haastelijk komen, en daartoe zeer verschrikkelijk wezen zou.

30) hen;

Te weten de dieren, of de vleugelen der dieren.

Copyright information for DutKant