Exodus 29:37

43) heiligen;

Te weten, met de heilige olie.

44) een heiligheid der heiligheden zijn;

Niet alleen zelf geheiligd zijnde, maar ook heiligende de gaven, die daarop geofferd werden; en ten dezen aanzien was het altaar groter dan de offeranden, gelijk Christus getuigt, Matth. 23:19.

Mt 23.19

45) al wat het altaar aanroert,

Anders, al wie, en zo onder, Exod. 30:29.

Ex 30.29

46) heilig zijn.

Te weten, ceremonieel.

Exodus 30:29

36) Gij zult ze alzo heiligen,

Te weten, door, of met de olie, waarvan Exod. 30:23,24,25, gesproken is.

Ex 30.23,24,25

Ezekiel 46:20

31) schuldoffer en het zondoffer zullen koken;

Dat is, het vlees van die offeranden, alzo Ezech. 46:24. Hebreeuws, schuld en zonde; zie Lev. 4:3. Hierdoor werd afgebeeld het werk van den dienst in alle gewone kerken en kudden van Christus, waar de getrouwe leraars en herders zichzelven en Christus' zaligmakende leer van het Evangelie, en die het volk bereiden, opdragen en toepassen, tot spijs der zielen, nevens de bediening der heilige sacramenten en Christelijke kerkregering, volgens de vermaningen, Hand. 20:28; 1 Petr. 5:2, enz.; zie ook Matth. 24:45; Joh. 21:15,16,17; 1 Tim. 3:13, en 1 Tim. 4:16; Openb. 2, Openb. 3.

Eze 46.24 Le 4.3 Ac 20.28 1Pe 5.2 Mt 24.45 Joh 21.15,16,17 1Ti 3.13 4.16

32) het volk te heiligen.

Dat is, waardoor het volk zou geheiligd worden; hetwelk niet moest zijn, alzo God voornamelijk de priesters tot de zaken van zijn heiligen dienst verkoren en geheiligd ahd; vergelijk boven Ezech. 44:19.

Eze 44.19

Matthew 6:5-6

6) bidt,

Namelijk in het bijzonder. Want ook de gewone gebeden in de vergaderingen zijn God aangenaam en hebben bijzondere beloften: Matth. 18:19.

Mt 18.19

7) synagogen

Namelijk buiten de tijd van de gemene gebeden.

8) opdat zij van de mensen mogen gezien worden.

Of, opdat zij den mensen schijnbaar zijn.

9) binnenkamer,

Het Griekse woord betekent een plaats of kamer, waar men iets weglegt of opsluit.

Matthew 6:16-18

23) vast,

Namelijk in het bijzonder. Want in gemeente noden of vasten is het geoorloofd een droevig gelaat te tonen, als het zonder geveinsdheid geschiedt.

24) mismaken hunne aangezichten,

Of, verdonkeren, verderven.

25) zalf uw hoofd

Christus spreekt hier naar het gebruik der Joden, die in tijden van vrolijkheid zich zalfden en wiesen; Ps. 23:5; Amos 6:6; Luk. 7:46.

Ps 23.5 Am 6.6 Lu 7.46
Copyright information for DutKant