Exodus 29:44

54) heiligen,

Te weten, door mijn heerlijke verschijning en tegenwoordigheid.

Romans 1:1

1) een dienstknecht van Jezus Christus,

Waarom Paulus, die tevoren Saulus heet, den naam Paulus in al zijne zendbrieven heeft gehouden, daarvan zie de reden in de aantekening Hand. 13:9.

Ac 13.9

2) Een geroepen apostel,

Of, geroepen tot een apostel; welken titel hij zichzelven hier geeft, om terstond in het begin aan te wijzen dat de vermaningen, die hij in dezen brief den Romeinen doet, naar eis van zijne beroeping geschieden; zie Hand. 9:15; 2 Cor. 5:19,20.

Ac 9.15 2Co 5.19,20

3) afgezonderd

Namelijk van moeders lichaam aan in Gods voornemen, Gal. 1:15, en daarna inderdaad door het bevel des Heiligen Geestes, om het Evangelie onder de heidenen te verkondigen; Hand. 13:2.

Ga 1.15 Ac 13.2

4) tot het evangelie Gods,

Namelijk om hetzelve te prediken.

Galatians 1:15

44) van mijner moeders

Grieks uit; dat is, eer ik van mijne moeder geboren was. Zie dergelijke Jer. 1:5.

Jer 1.5

45) afgezonderd heeft,

Dat is, voorgenomen en besloten heeft, mij af te zonderen uit den algemenen hoop van de andere mensen, om te zijner tijd tot een apostel te beroepen.

46) door Zijn genade,

Namelijk als de enige oorzaak, waarom Hij dat gedaan heeft, en derhalve zonder enige waardigheid of verdiensten in mij voorgezien; gelijk ook tevoren Gods welbehagen de oorzaak daarvan gesteld wordt. Zie Ef. 1:5,6,9,11.

Eph 1.5,6,9,11
Copyright information for DutKant