Exodus 32:11

1 Samuel 13:12

27) Zo zeide ik:

Te weten, bij mijzelven; dat is, ik dacht.

28) ernstelijk aangebeden,

Bij de offeranden werden gebeden tot God gedaan.

29) zo dwong ik mijzelven,

Of, ik heb mijzelven geweld gedaan; dat is, ik heb het onwillens en met een groten strijd mijns gemoeds gedaan, ja als door nood gedwongen zijnde.

1 Kings 13:6

11) antwoordde

Antwoorden heet hier, een rede of aanspraak beginnen. Zie Richt. 18:14.

Jud 18.14

Psalms 45:12

35) schoonheid

Wijdlopig beschreven in het Hooglied van Salomo.

36) buig

Of, aanbid hem als de Zoon Gods.

Psalms 119:58

63) ernstiglijk

Zie de aantekening bij Job 11:19.

Job 11.19

64) toezegging

Dat is, belofte.

Proverbs 19:6

14) aangezicht

Dat is, den persoon. Zie van het Hebreeuwse woord in denzelfden zin genomen, Job 11:19, en de aantekening.

Job 11.19

15) prinsen;

Of, des milden. Zie van het Hebreeuwse woord Nadib, Job 12:21.

Job 12.21

16) desgenen,

Hebreeuws, den man, of den man der gift; dat is, die genegen is te geven en mildelijk te delen.

Zechariah 7:2

3) [naar] het huis van God

Dat is, naar den tempel, wwar de priesters en profeten waren, gelijk af te leiden is uit Zach. 7:3. Anders: als Bethel; dat is, de kerk Gods, gezonden had Sarezer.

Zec 7.3

4) gezonden had

Te weten, vanwege het volk, gelijk blijkt uit Zach. 7:5, hetwelk uit de Babylonische gevangenschap wedergekomen was; of, zo anderen menen, vanwege het volk, dat nog in Babyloni‰ was.

Zec 7.5

5) Sarezer,

Dit zijn buiten alle twijfel van de allervoortreffelijkste mannen onder de Joden in die tijden geweest.

6) en zijn mannen,

Dat is, mitsgaders de andere mannen, die dezen in dit gezantschap bijgevoegd waren. Of, met hunne mannen; dat is, met hunne dienaars.

Copyright information for DutKant