Exodus 32:27-28
44) de God van Isral: Te weten, de ware God Israls, niet het kalf, waarvan zij spraken Exod. 32:4: Dit zijn uwe goden, Isral. Ex 32.4 45) zijn broeder, Dat is, den eersten die hem bejegent; verschoont niemand, al ware het uw broeder. 46) er vielen van het volk, Te weten, door de scherpte van het zwaard.
Copyright information for
DutKant