‏ Exodus 33:11

16) aangezicht tot aangezicht,

Dat is, gemeenzaam, duidelijk, met uitgedrukte stem. Dit is een bijzonder privilegie geweest, hetwelk geen andere profeten gehad hebben; Deut. 5:4, en Deut. 34:10; Num. 12:6,7,8.

De 5.4 34.10 Nu 12.6,7,8

17) hij weder tot het leger;

Te weten, Mozes.

18) week niet uit het midden der tent.

Dat is hij kwam niet in het leger, maar hij bleef steeds in de tent buiten het leger.

‏ Numbers 12:8

10) [Van] mond tot mond spreek Ik met hem,

Dat is, in tegenwoordigheid, gemeenzaam, zonder tussenspraak, zeer klaarlijk, met uitgedrukte stem; vergelijk Jer. 32:4; 2 Joh.:12. In gelijken zin wordt gezegd: aangezicht aan aangezicht met iemand spreken. Zie Exod. 33:11, en Deut. 5:4, en de aantekeningen.

Jer 32.4 Ex 33.11 De 5.4

11) [door] aanzien,

Te weten, niet door het aanzien van het goddelijke wezen, [hetwelk onzienlijk is, Exod. 33:20,23; Joh. 1:18, en 1 Tim. 6:16], maar enig bijzonder teken van zijn heerlijkheid. En hoewel Hij zich ook den anderen profeten op verscheidene wijzen vertoond heeft, zo zijn nochtans die, in welke Hij aan Mozes verscheen, klaarder geweest dan de andere; ten welken aanzien Mozes boven de andere profeten hier verheven wordt. Vergelijk Exod. 33:11,20,22,23, en Deut. 34:10. Andersn aldus: En [bij] aangezicht, en niet door duistere woorden of gelijkenis des Heeren ziet hij.

Ex 33.20,23 Joh 1.18 1Ti 6.16 Ex 33.11,20,22,23 De 34.10

‏ Numbers 14:14

19) [die] gehoord hebben,

Dit woordje wordt hier ingevoegd uit Num. 14:15.

Nu 14.15

20) oog aan oog gezien wordt,

Dat is, ogenschijnlijk en zeer gemeenzaam. Vergelijk Gen. 32:30; Exod. 33:11; boven, Num. 12:8; Deut. 5:4; 1 Kon. 22:19.

Ge 32.30 Ex 33.11 Nu 12.8 De 5.4 1Ki 22.19

‏ Deuteronomy 34:10

23) dien de HEERE gekend had,

Anders, die den HEERE, enz.

24) van aangezicht tot aangezicht,

Zie Exod. 33:11; Num. 12:8, en boven, Deut. 5:4.

Ex 33.11 Nu 12.8 De 5.4
Copyright information for DutKant