Exodus 4:27

37) aan den berg Gods,

Genoemd Horeb; boven, Exod. 3:1.

Ex 3.1

Exodus 18:7

7) de een den ander

Hebreeuws, de man zijn naaste, of, gezel.

8) naar den welstand,

Hebreeuws, vrede. Zie Gen. 37:14.

Ge 37.14

9) naar de tent.

Te weten, naar de tent van Mozes.

Psalms 2:12

27) Kust den

Dat is, eert Hem als mijn eeuwigen Zoon, en neemt Hem voor uwen Koning aan, gelooft in Hem, weest Hem onderdanig. Verg. Gen. 41:40. 1 Sam. 10:1.

Ge 41.40 1Sa 10.1

28) weg vergaat

Of, onderweg; dat is, in het midden van uw gewoel en ongehoorzaamheid.

29) een weinig

Of, haastiglijk, een korte tijd. Zie 2 Kron. 12:7. Ps. 81:15. Jes. 26:20. Anders, want zijn toorn zal in kort ontbranden.

2Ch 12.7 Ps 81.14 Isa 26.20

Romans 16:16

36) met een heiligen kus.

Dat is, met een kus van vrede en broederschap, met welken de gelovigen, naar het gebruik van die landen en tijden, elkander plachten te groeten. En wordt heilig genaamd, omdat zij niet uit vleselijke maar geestelijke liefde en zonder geveinsdheid gegeven worden; Gen. 29:11.

Ge 29.11

1 Thessalonians 5:26

51) met

Zie hiervan de aantekening Rom. 16:16.

Ro 16.16
Copyright information for DutKant