‏ Exodus 6:8

14) benauwdheid des geestes,

De Isra‰lieten waren zo overbluft en tenondergebracht, dat zij liever wilden blijven onder de slavernij der Egyptenaars, dan dat Mozes zou voortvaren tot hun verlossing, vrezende nog kwalijker te zullen getrakteerd worden. Zie Exod. 14:12, en Job 21:4.

Ex 14.12 Job 21.4

‏ Numbers 14:30

39) Mijn hand opgeheven heb,

De manier van zweren, die de mensen gebruiken, God tot getuige nemende, naar wien zij de hand opsteken, wordt Gode menselijker wijze toegeschreven. Zie van deze manier van zweren Gen. 14:22.

Ge 14.22

‏ Deuteronomy 32:40

81) Ik zal Mijn hand

Dat is, Ik zal zweren. God spreekt alzo menselijkerwijze. Deze manier van doen was in het eedzweren gebruikelijk. Zie Gen. 14:22.

Ge 14.22

82) Ik leef in eeuwigheid!

Zwerende bij mijzelven. Zie Hebr. 6:13.

Heb 6.13

‏ Ezekiel 20:5-6

9) verkoos,

Dat is, verklaarde verkoren te hebben uit alle volken en nati‰n der aarde, opdat het mij tot een heilig volk zou zijn. Vergelijk Deut. 4:37, en Deut. 7:6, en Deut. 14:2, en Deut. 26:18.

De 4.37 7.6 14.2 26.18

10) hief Ik Mijn hand op

Dat is, beloofde met ede dat voor mijn volk te houden, Gen. 22:16; Exod. 6:7. De hand opheffen voor zweren. Het is menselijkerwijze van God gesproken. Zie Gen. 14:22.

Ge 22.16 Ex 6.8 Ge 14.22

11) zaad van het huis Jakobs,

Dat is, nakomelingen. Zie Gen. 9:9.

Ge 9.9

12) bekend;

Te weten door Mozes en A„ron. Zie Exod. 3, Exod. 4, enz.

13) vloeiende van melk en honig,

Zie Exod. 3:8.

Ex 3.8

14) hetwelk het sieraad is van alle landen.

Alzo onder Ezech. 20:15, en Ezech. 26:20. Zie ook van de heerlijkheid van het land Kana„n, Deut. 8:7, en Deut. 32:13; Ps. 106:24.

Eze 20.15 26.20 De 8.7 32.13 Ps 106.24

‏ Revelation of John 10:5-6

10) hief zijn hand op

Namelijk naar de algemene wijze van doen bij de ouden in het eedzweren gebruikelijk. Zie Gen. 14:22; Dan. 12:7; ja, God zelf spreekt alzo van zich zelf; Exod. 6:7.

Ge 14.22 Da 12.7 Ex 6.8
11) geen tijd meer zal zijn;

Namelijk na het bazuinen van den zevenden engel, gelijk Openb. 10:7 verklaart; hetwelk enigen verstaan van den tijd, die door den loop des hemels wordt afgemeten in dagen, maanden en jaren; welke tijd met het einde der wereld zal eindigen. Anderen verstaan het van den tijd der bekering, die den mensen na dezen tijd niet meer zal worden vergund, hetwelk daarom met zulken eed hier door den engel wordt bevestigd, opdat de mensen met ernst daarop nu zouden letten. Enigen verstaan het ook niet ongeschikt van den tijd der vervolging en verdrukking van Gods gemeente door den antichrist en de wereld, en dat de engel daarom het zo be‰digt, om de gemeente hiervan te verzekeren en daardoor te troosten, gelijk Christus ook doet Luk. 21:28.

Re 10.7 Lu 21.28
Copyright information for DutKant