Exodus 9:23

15) donder en hagel,

Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk stemmen; en het wordt ook genomen voor donder, geluid, gedruis.

16) schoot naar de aarde;

Hebreeuws, wandelde naar de aarde. Versta hier het vuur van den bliksem, hetwelk met den hagel vermengd was.

1 Samuel 7:10

17) donder over de Filistijnen,

Hebreeuws, stem.

Job 37:4-5

11) Daarna

Te weten, na het zenden des lichts, vermeld in Job 37:3.

Job 37.3

12) de stem;

Dat is, met den donder. Elihu wil niet zeggen dat het geklater des donders natuurlijk geschiedt na den bliksem, maar hij ziet op hetgeen de mensen eerst gewaar worden, want het licht des bliksems valt eer in het gezicht dan het geluid des donders in de oren.

13) die dingen niet,

Te weten, regen, hagel, wind en ander onweder, dat met den donder pleegt verenigd te zijn. Of, men kan invoegen het woord, die [bliksemen].

Psalms 29:3

4) stem

Versta, den donder en het verschrikkelijk geluid van dien, gelijk Ps. 18:14, en 2 Sam. 22:14; Job 28:26, en Job 37:2,4,5; Ps. 46:7, en Ps. 68:34; Jes. 30:30,31.

Ps 18.13 2Sa 22.14 Job 28.26 37.2,4,5 Ps 46.6 68.33 Isa 30.30 Isa 30.31

5) wateren,

Men kan dit verstaan van de bovenste wateren, te weten, de wolken, en ook van de onderste, waarop de donder vreeslijk geluid maakt. Anders, boven de wateren; dat is, heeft groter en sterker geluid dan het bruisen der wateren. Zie hiervan Ezech. 1:24, en Ezech. 43:2; Openb. 1:15, en Openb. 14:2, en Openb. 19:6.

Eze 1.24 43.2 Re 1.15 14.2 19.6

6) der ere

Dat is de heerlijke God, die te eren is, gelijk 1 Cor. 2:8.

1Co 2.8

7) grote

Of, vele, geweldige.

Copyright information for DutKant