Exodus 9:3

2) hand des HEEREN zal zijn over uw vee,

Dat is, de grote kracht Gods, zonder dat enig werk der mensen er tussen zal komen; zie boven, Exod. 8:19.

Ex 8.19

Judges 2:15

15) kwade,

Om hen met allerlei plagen, ongeluk en ellenden te straffen.

16) hun was zeer bang.

Of, Hij [de Heere] benauwde hen zeer.

1 Samuel 12:15

19) als tegen uw vaders.

Anders, en tegen uw vaders; dat is, koningen of vaderlijke huizen.

Lamentations 3:3

5) Zijn hand

Dat is, plaag, straf. Zie Ps. 32:4.

Ps 32.4

6) veranderd.

Of, omgekeerd; de zin is: Nu slaat Hij mij met die hand, met welke Hij mij tevoren heeft beschut en beschermd. In ‚‚n woord: Hij stelt zich geheel anders tegen mij dan Hij placht te doen; zie de aantekening Ps. 77:11.

Ps 77.10
Copyright information for DutKant