Exodus 9:31

26) werd geslagen;

Te weten, door den hagel.

27) aar,

Anders, in den halm. Hebreeuws, de gerst was groene aren, of, halm. En het vlas was halm.

Leviticus 2:14

23) gedord,

Of, gezengd, geschroeid.

Ezra 2:59

16) Tel-melah,

Deze twee Thelmelah en Thelharsa, worden gehouden voor namen van plaatsen, waar zij gewoond hadden, in Babyloni‰ en Mesopotami‰.

17) Cherub,

Versta, met hun huisgezinnen. Sommigen menen dat deze drie volgende namen zijn van personen, die met hun huigezinnen zijn opgetogen. Anderen houden het mede voor namen van plaatsen, en dat de personen in Ezra 2:60 verhaald worden.

Ezr 2.60

18) zaad niet bewijzen,

Dat is, hun geslacht, afkomst.

Copyright information for DutKant