Exodus 9:4

Exodus 11:7

18) zal niet een hond zijn tong verroeren,

Dat is, het zal onder hen zo stil zijn, dat zelfs de honden [die door een klein gerucht wakker worden] niet eens blaffen zullen. Zie dergelijke manier van spreken, Joz. 10:21.

Jos 10.21

19) de mensen af tot de beesten toe;

Dat is, noch tegen de mensen, noch tegen de beesten.

Exodus 33:16

Psalms 17:7

13) wonderbaar;

David wil zeggen dat hij in zulk een gevaar en nood was, dat hij niet kon behouden worden zonder een wonderlijke hulp des Heeren.

14) rechterhand

Waarmede Gij uw volk beschermt en verlost. Anders, Gij die met uwe rechterhand verlost degenen, die [op U] betrouwen, van degenen, die [tegen hen] opstaan.

Copyright information for DutKant