Ezekiel 1:2
9) vijfde jaar van de wegvoering Als men tot deze vijf jaren nog doet de elf jaren van Jojakims regering, 2 Kon. 23:36, de drie maanden van Joahas, 2 Kon. 23:31, en de laatste veertien jaren van Josia, zo vindt men de dertig met de drie maanden van welke in Ezech. 1:1 gesproken is. 2Ki 23.36,31 Eze 1.1Ezekiel 8:1
1) zesde jaar, Te weten na de wegvoering van Jojachin. Zie boven Ezech. 1:2. Eze 1.2 2) zesde [maand], Genaamd bij de Hebren Elul. Zie Neh. 6:15 en de aantekening. Ne 6.15 3) mijn huis zat, Te weten in Babyloni of Mesopotami, onder de weggevoerde Joden. 4) oudsten van Juda Dat is, de regeerders der Joden; zie Exod. 3:16, en Lev. 4:15, en de aantekening. Enigen verstaan degenen, die in Jeruzalem woonachtig waren; anderen, die daar onder de weggevoerden woonden; vergelijk onder Ezech. 14:1, en Ezech. 20:1. Ex 3.16 Le 4.15 Eze 14.1 20.1 5) zaten, Te weten om enig bericht, raad, onderwijs of troost over den staat van het land Juda en Gods kerk van den profeet te mogen ontvangen; vergelijk Exod. 3:16; 2 Kon. 6:32, en de aantekening. Ex 3.16 2Ki 6.32 6) de hand des Heeren HEEREN daar over mij viel. Zie boven Ezech. 1:3. Eze 1.3
Copyright information for
DutKant