Ezekiel 10:18-19

62) de heerlijkheid des HEEREN

Dat is, God, die heerlijk is. Zie boven Ezech. 1:28.

Eze 1.28

63) van boven den dorpel des huizes weg,

Te weten waarop zij tevoren van de cherubim gekomen was. Zie boven Ezech. 10:4, en de aantekening.

Eze 10.4

64) stond boven de cherubs.

Of, stelde hen.

65) voor mijn ogen,

Dat is, dat ik het aanzag, te weten met de ogen mijns geestes, zijnde in optrekking der zinnen.

66) tegenover hen;

Of, nevens hen.

67) stond aan de deur

Of, bleef staan.

68) der Oostpoort

Of, voorste poort. Sommigen verstaan door deze poort de poort van het voorhof der priesters; anderen de poort van het voorhof des volks. Dit betekende dat God eindelijk ten enenmale uit zijn huis verhuizen zou. Vergelijk boven de aantekening Ezech. 9:3, en in Ezech. 10:4.

Eze 9.3 10.4

69) hen.

Namelijk over de cherubim.

Copyright information for DutKant