‏ Ezekiel 10:4

21) de heerlijkheid des HEEREN

Zie boven Ezech. 1:28.

Eze 1.28

22) van boven

Te weten, waarop de Heere in het heilige der heiligen zijn gewone woning gehad had; 1 Sam. 4:4; Ps. 80:2; Jes. 37:16. Of, van op deze vier cherubim tot den dorpel des huizes.

1Sa 4.4 Ps 80.1 Isa 37.16

23) cherub,

Of, cherubim, want het enkelvoudig getal is hier voor het veelvoudig genomen. Zie boven Ezech. 10:1, en Ezech. 9:3.

Eze 10.1 9.3

24) op den dorpel

Tot een teken dat God van den tempel en van dat volk verhuizen wilde.

25) huis; en het huis werd vervuld met een wolk,

Dat is, van het deel des tempels, genaamd het heilige. Eerst is GOd gescheiden van het allerheiligste, boven Ezech. 9:3; nu scheidt Hij ook uit het heilige.

Eze 9.3

26) voorhof was vol van den glans der heerlijkheid des HEEREN.

Te weten het binnenste, anders genaamd het voorhof der priesters.

‏ Amos 7:12

33) ziener!

Zie 1 Sam. 9:9.

1Sa 9.9

34) vlied

Hebr. vlied u, of voor u; het woordje u, of voor u, wordt gehouden als overtollig en dienende tot sieraad der spraak, anderzins moest met het hier nemen, voor u; dat is, tot uw best, om in geen lijden te komen. Verg. Gen. 12:1; Jer. 5:5; Micha 1:11, met de aantekening.

Ge 12.1 Jer 5.5 Mic 1.11

35) Juda,

Waar Thekoa was gelegen, het vaderland van den profeet, zie Amos 1:1.

Am 1.1

36) eet aldaar brood,

Dat is, geneer, onderhoud u aldaar. Zie Gen. 3:19.

Ge 3.19

‏ Amos 7:15

44) kudde;

Het Hebr. woord wordt eiegelijk van kleinvee gebruikt, maar is hier breder genomen.

45) HEERE

Dien ik meer moet gehoorzamen dan mensen. Verg. Hand. 4:19. Hieruit leiden sommigen af dat Amos niet is gevlucht. De Joden menen dat de koning Jerobeam de aanklacht van Amazia niet heeft aangenomen, maar de profeet laten begaan.

Ac 4.19
Copyright information for DutKant