Ezekiel 11:7
20) Uw verslagenen, Dat de Joden zeiden tot bespotting van de woorden van Jeremia, keert Ezechil tegen hen, alsof hij zeide: Zeker is de stad Jeruzalem de pot, maar het vlees daarin ziedende, zijn degenen, die gij daarin wredelijk verdrukt hebt, om welker oorzaak en al uw goddeloosheden, Gods toorn u en uws gelijken nog gruwelijker verslinden zal. 21) van haar Te weten de stad Jeruzalem. Anders: zal hij, zal men, doen uitgaan. Versta, den vijand. 22) doen uitgaan. Namelijk door middel der Chalden, die hen gevankelijk nemen en naar hunne verdiensten straffen zouden. Zie Ezech. 11:8,9,10,11. Eze 11.8,9,10,11
Copyright information for
DutKant