Ezekiel 12:13
40) uitspreiden, Te weten door de Chaldeeuws krijgslieden, die hem in de vlucht zijnde najagen en vangen zullen. Zie van de vervulling 2 Kon. 25:5,6, en van de manier van spreken Job 19:6. 2Ki 25.5,6 Job 19.6 41) niet zien, Te weten omdat door een geveld oordeel de ogen tevoren hem zullen verblind worden; 2 Kon. 25:7. 2Ki 25.7 Ezekiel 17:20
69) Mijn net Zie boven Ezech. 12:13, en onder Ezech. 32:3. Eze 12.13 32.3 70) hem uitspreiden, Te weten over den koning Zedekia. 71) daar met hem rechten Te weten boven het recht, dat Ik over hem heb laten gaan te Riblath, 2 Kon. 25:6,7. Want daarna heeft hij te Babel in de gevangenschap gelegen totdat hij stierf, Jer. 52:11. God wordt gezegd met den mens te richten, of in het recht zich met hem te begeven, als Hij door zijne straffen hem van zijne zonden overtuigt en gelijk in een gericht beschaamd maakt. Alzo Jes. 66:16; onder Ezech. 20:35, en Ezech. 38:22. Zie breder hiervan onder Ezech. 20:35. 2Ki 25.6,7 Jer 52.11 Isa 66.16 Eze 20.35 38.22 20.35 Hosea 7:12
36) net over hen uitspreiden, Dat is, Ik zal hen vangen, verstrikken en vernietigen door hunne tractaten of handelingen met Egypte en Assur, gelijk men de vogels beslaat, vangt en verstrikt door het net. Vergelijk Job 19:6; Ezech. 12:13, en Ezech. 17:20 en Ezech. 19:8 en Ezech. 32:3, met de aantekening. Job 19.6 Eze 12.13 17.20 19.8 32.3 37) nederdalen. Daar zij omhoog menen te vliegen. 38) tuchtigen, Met straffen en plagen; zie Spreuk. 7:22. Pr 7.22 39) gelijk gehoord is in hun vergadering. Hebreeuws, naar de horing, of het gehoor van, of aan, in hunne vergadering; dat is, gelijk Ik hun openlijk in mijne wet en door mijne profeten in hunne bijeenkomsten voor de gemeente heb aangezegd en gedreigd, zie 2 Kon. 17:13. 2Ki 17.13
Copyright information for
DutKant