Ezekiel 16:7
20) tien duizend, Dat is, tot een zeer grote menigte. Zie Exod. 1:7, en Exod. 12:37. Een zeker getal voor een onzeker. Ex 1.7 12.37 21) grote sierlijkheid; Hebreeuws, tot een sierlijkheid de sierlijkheden; dat is, tot zeer grote of de allermeeste frisheid. Zie van deze manier van spreken, Lev. 2:3. Versta dit van een geestelijke sierlijkheid en frisheid, welker oorzaak zie Deut. 7:7,8, en is vervolgens voortgekomen uit de eerste weldaad hier vermeld, begrepen in de belofte des levens, boven Ezech. 16:6. Le 2.3 De 7.7,8 Eze 16.6 22) naakt en bloot. Hebreeuws, naaktheid. Versta, de beroving der oorspronkelijke gerechtigheid en de ledigheid van al het zaligmakend goed. Zie van de geestelijke naaktheid ook Openb. 3:17. Re 3.17
Copyright information for
DutKant