Ezekiel 17:6

19) het sproot uit,

Te weten dat zaad, de koning Zedekia. De zin is, dat deze koning welvoer en gelukkig was in zijn koninkrijk, zolang als hij den koning van Babel getrouw bleef.

20) [doch] nederig

Te weten als die onder het gebied was van den koning van Babel, dien hij jaarlijks schatting moest betalen.

21) stam,

Hebreeuws, statuur, hoogte, opstaande gestalte; alzo onder Ezech. 19:11, en Ezech. 31:3,5,10.

Eze 19.11 31.3,5,10

22) naar hem,

Te weten waarvan hij zijne planting had en onder wiens bescherming hij schuilde.

23) hij tot een wijnstok,

Namelijk de wijnstok.

Copyright information for DutKant