Ezekiel 18:23

52) enigszins lust hebben

Hebreeuws, lustende lust hebben; deze vraag loochent sterkelijk. Zo is de zin dat Hij geenszins belust is, of door enigen lust gedreven, om den goddeloze te doden. Want ofschoon Hij besloten heeft den onboetvaardige te straffen, nochtans is eigenlijk zijn doel niet het verderf van zijn schepsel, maar de openbaring zijner gerechtigheid; Rom. 9:17. Ten anderen, hier is eigenlijk gesproken van den dood van den goddeloze, die zich bekeert, en niet van degenen, die zich nimmermeer bekeren, gelijk de voorgaande en volgende woorden uitwijzen; alsof God zeide: Gijlieden meent dat Ik zo belust ben om te vernielen en te doden, dat Ik ook den goddeloze, die zich bekeert, niet wil sparen, noch zijne bekering voor aangenaam houden; maar dat is ene lastering, en verre van mij.

Ro 9.17

53) is het niet,

Te weten dat Ik lust en welgevallen hieraan heb? Deze vraag verzekert sterkelijk dat de bekering van den goddeloze Gode zo aangenaam is, dat de bekeerde gewisselijk leven zal, en dat Hij geenszins lust heeft om den bekeerden goddeloze te doden; vergelijk onder Ezech. 18:32, en Ezech. 33:11. Anders: [heb Ik] niet daarin [lust] dat hij zich bekere, enz.; Ezech. 33:11 zijn de Hebreeuwse woorden wat anders gesteld dan hier.

Eze 18.32 33.11,11

54) wegen,

Te weten boze wegen, dat is, kwaad leven, hetwelk een boze weg genaamd wordt; 1 Kon. 13:33; 2 Kon. 17:13; Jona 3:10, enz.

1Ki 13.33 2Ki 17.13 Jon 3.10

55) leve?

Dat is, mijne straffen ontga en behouden worde.

Copyright information for DutKant