Ezekiel 23:5
11) onder Mij; Dat is, hoewel zij mijn getrouwde vrouw en onder mijn beheer was, zo werd zij mij nochtans ontrouw en boeleerde met anderen, in mijne plaats, gelijk het Hebreeuwse woord ook kan worden overgezet, doch niet zonder al zulke vervullling van den zin. 12) boelen, De heidense volken, met wie zij verbond maakte en hunne afgoden aannam; zie Ezech. 23:7,30, enz. Eze 23.7,30 13) Assyriers, Hebreeuws, Assur. 14) nabij waren; Zie 2 Kon. 15:19; Jes. 7:8,17,18; Hos. 8:9,10, enz. 2Ki 15.19 Isa 7.8,17,18 Ho 8.9,10 Hosea 1:2
3) van het woord des HEEREN door Hosea. Of, van het spreken, van de spraak; dat is, als de Heere eerst met, door en tot Hosea begon te spreken, sprak Hij dit tot hem, en door hem tot het volk. Anders: in Hosea; [en alzo elders] om nader te tonen dat het volgende niet geschied is inderdaad, maar door een gezicht in den geest, inwendiglijk, bij manier van parabel of gelijkenis, den profeet van God is geopenbaard, en naderhand het volk alzo, als een profetisch gezicht voorgedragen. Zie van zulke profetische gezichten, Gen. 15:1, en vergelijk onder Hos. 3:1, enz.; idem Ezech. 4:4, en Ezech. 8:2, en Ezech. 11:24,25, enz. Ge 15.1 Ho 3.1 Eze 4.4 8.2 11.24,25 4) hoererijen, en Dat is, ganselijk tot hoererij begeven. Vergelijk de manier van spreken met Ps. 5:7. Ps 5.6 5) kinderen der hoererijen; Omdat hier gezegd wordt: Neem ene hoer met hoerenkinderen, en daarna dat de profeet die kinderen bij die hoer gewonnen heeft, daaruit blijkt dat het niet alzo inderdaad geschied is. 6) ganselijk Hebreeuws, hoererende hoereert; dat is, doet doorgaans niets anders. Zie van geestelijke hoererij Lev. 17:7. Le 17.7 7) van achter den HEERE. Dat is, alzo dat de inwoners des lands den Heere niet meer navolgen, maar van Hem afwijken, en de afgoden onzinnig nalopen; vergelijk onder Hos. 4:12. Ho 4.12
Copyright information for
DutKant