Ezekiel 25:8

16) Moab

Zie Jer. 48:1, enz.

Jer 48.1

17) Seir zeggen:

Dat is, het land Edom, en voorts de Edomieten, Ezau's nakomelingen, op welken dit land vervallen was van Se‹rs nakomelingen. Zie Gen. 36:20; alzo onder Ezech. 35:2, enz., en wijders van Edom, Jer. 49:7; Obad.:1, enz.

Ge 36.20 Eze 35.2 Jer 49.7

18) gelijk al de heidenen;

Dat is, zij hebben zich ingebeeld dat zij een bijzonder eigendom en volk Gods waren, en een voortocht bij hem hadden boven andere nati‰n, maar het blijkt nu wel anders, omdat zij niet meer van de Babyloni‰rs verschoond worden dan anderen; spottende alzo met Gods verbond en zijne kerk, ja met den God van Isra‰l zelf.

Copyright information for DutKant