Ezekiel 3:11
16) weggevoerden, Hebreeuws, wegvoering; zie boven Ezech. 1:1. Eze 1.1 17) kinderen Dat is, tot uw volk en natie, namelijk de weggevoerde Joden; vergelijk Gen. 23:11; 2 Kron. 35:5, enz. Ge 23.11 2Ch 35.5 18) uws volks, God noemt de Isralieten niet zijn volk, omdat zij Hem wederspannig waren, maar Ezechils volk, dat is, die van zijn natie waren; vergelijk Exod. 32:7. Ex 32.7 19) hetzij dat zij horen zullen, Zie boven Ezech. 2:5. Eze 2.5
Copyright information for
DutKant