Ezekiel 30:24-25
65) Mijn zwaard in zijn hand geven; Gelijk boven Ezech. 21:9, en hier in Ezech. 30:25, en onder Ezech. 32:10; zie Jer. 47:6. Eze 21.9 30.25 32.10 Jer 47.6 66) kermen, Of, zuchten, huilen, stenen voor het aangezicht van den koning van Babel; zie van het Hebreeuwse woord Job 24:12. Job 24.12 67) gelijk een dodelijk verwonde kermt. Hebreeuws, zal kermen de kermingen, of zuchtingen, van een dodelijke verwonde; vergelijk boven Ezech. 26:15. Eze 26.15 68) daarhenen vallen; Al zijn macht en moed zal hem begeven.
Copyright information for
DutKant