Ezekiel 32:2

2) klaaglied op over Farao,

Gelijk onder Ezech. 32:16.

Eze 32.16

3) waart een jongen leeuw

Eer uwe macht verminderd was; zie boven Ezech. 30:21.

Eze 30.21

4) onder de heidenen

Hebreeuws, der heidenen, of nati‰n, dat is, gij waart onder of tegen hen als een jonge leeuw, fier en wreed. Vergelijk boven Ezech. 19:2, enz.

Eze 19.2

5) zeedraak in de zeeen,

Gelijk boven Ezech. 29:3; dat is, gij waart wreed, vreselijk en woelende te land en te water.

Eze 29.3

6) braakt voort

Gij deedt u hiervoor en snoefdet met uw koninkrijk als zijnde machtig en rijk door goede gelegenheid van wateren.

7) in uw rivieren,

Of, met.

8) beroerdet het water

Of, vertraptet het water, te weten van andere volken; dat is, hun land en handelingen, gij hebt u overal in gestoken, en andere volken beroerd, die opruiende tot rebellie, en hen daarin stijvende.

Ezekiel 32:4

12) laten op het land,

Vergelijk boven Ezech. 29:5, met de aantekening.

Eze 29.5

13) open veld;

Hebreeuws, aangezicht des velds.

14) het gedierte der ganse aarde van u verzadigen.

Vergelijk onder Ezech. 39:17, enz.

Eze 39.17
Copyright information for DutKant