Ezekiel 34:18

22) bezonkene wateren drinken,

Hebreeuws, de zinking, of het gezonkene der wateren; dat is, klare wateren, welker vuiligheid neergezet en op den grond gezonken is; vergelijk boven Ezech. 32:14.

Eze 32.14

23) overgelatene

Als gij genoeg gedronken hebt van het klare water, dan de rest vuil maken voor een ander; alsof de Heere zeide: Het is onverdragelijk dat gij, mijnen zegen zo overvloediglijk genietende, daarmede nog niet vergenoegd zijt, maar moet daarenboven uwen armen en zwakken medebroeders het weinige, dat voor hen zou zijn, bederven en onnut maken.

Copyright information for DutKant