Ezekiel 35:10
21) twee volken Juda en de tien stammen. 22) wij zullen ze erfelijk bezitten, Zie onder Ezech. 36:5. Eze 36.5 23) ofschoon de HEERE daar ware; Of, ofschoon de HEERE daar geweest is; dat is gewoond heeft. De zin is: Over God, overal, [gelijk goddeloze vijanden spreken] zij zullen voor ons zijn, wij zijn er nu de naasten toe, niemand zal het ons kunnen ontnemen. Anders: waar de Heere geweest is, verstaande dit van Juda, waar des Heeren tempel geweest was; vergelijk onder Ezech. 36:2, met de aantekening. Eze 36.2
Copyright information for
DutKant